Huiskatten en zwerfkatten

Naast huiskatten leven er in Nederland zwerfkatten. Er bestaan verschillende definities van een zwerfkat. Al deze definities hebben gemeen dat een zwerfkat een kat is die buiten leeft en verblijft. De zwerfkat kan tam of verwilderd zijn, waarbij er gradaties bestaan in het verwilderd zijn, de zogenaamde wildfactor.

De gemiddelde leeftijdverwachting van de kat is 10,3 jaar, mits geneutraliseerd. Met de schatting van het aantal huiskatten van 2,9 miljoen is de jaarlijkse aanwas van huiskatten ruim 280.000[1]. Van deze jaarlijkse aanwas is nog geen 3% afkomstig van een fokker. De overige 97% zijn katten afkomstig van particuliere nestjes. In Nederland is het de gewoonte om de huiskat vrij buiten te laten lopen. Door de huiskat niet te laten neutraliseren (castreren en steriliseren), ontstaan kolonies zwerfkatten. Het aantal zwerfkatten ligt via extrapolatie uit de literatuur tussen 135.590 en 1.207.331[2]. Het gaat dan om zowel de sociale (tamme) als verwilderde als wilde zwerfkatten. Met zo'n grote range kun je rustig stellen: we weten niet hoeveel zwerfkatten er in Nederland zijn!


Het ontstaan van zwerfkatten

De natuur kent een evenwicht in de omvang van het aantal dieren wat in een bepaald gebied kan leven gezien de leefomstandigheden. Dit evenwicht wordt draagkracht of carrying capacity genoemd en wordt gebruikt voor dierenpopulaties. De leefomstandigheden worden bepaald door de hoeveelheid voedsel, de hoeveelheid water en de beschikbare leefruimte (o.a. om te schuilen, maar ook om voort te planten en de kittens groot te brengen). In dichtbevolkte gebieden van mensen, zorgt de mens vaak ongemerkt voor gunstige leefomstandigheden voor zwerfkatten. Mensen creëren schuilmogelijkheden voor katten en mensen produceren voedingsafval waar veel dieren van profiteren. Het gaat dan niet alleen om situaties waar het afval op straat ligt, maar ook om stedelijke situaties met afvalcontainers zonder of met open deksels zoals vaak te vinden in de omgeving van fast food restaurants.

Verwilderde zwerfkatten lopen het risico om onvoldoende (goed) voedsel en water te kunnen krijgen, om ziektes op te lopen die niet behandeld worden en om last te hebben van parasieten zoals wormen en vlooien. Zwerfkatten lijden vaker aan ziektes, omdat hun weerstand lager is door onvoldoende voedsel en schuilplaatsen. Veel kittens sterven aan ziektes van virale of bacteriële oorsprong. Het welzijn van katten wordt naast bovenstaande factoren ook bedreigd door andere diersoorten die op ze jagen (honden, vossen) of door de mens die de kat kan aanrijden in het verkeer, vergiftigen, mishandelen of doodschieten. Hierbij zijn de van oorsprong sociale verwilderde zwerfkatten dubbel in het nadeel, omdat zij ooit een eigenaar hadden en nu maar voor zichzelf dienen te zorgen, zonder dat ze daarop voorbereid zijn. Levy[3] vond dat mensen die verwilderde katten en wilde katten voeren, een sterke band hebben met deze groep katten. Degenen die de katten voerden, doen dat uit sympathie en liefde.

Een wilde zwerfkat is op straat geboren en weet in die zin niet anders dan dat hij voor zichzelf moet zorgen. De wilde zwerfkat is niet afhankelijk van mensen om te voorzien in zijn of haar voedsel[4].  

Katten (huis- en zwerfkatten) die zich kunnen voortplanten, zorgen voor ongecontroleerde groepen verwilderde en wilde zwerfkatten, die overlast veroorzaken (geluidsoverlast bij ruzie of nachtelijke serenades, stank van ‘volle’ urine, psychisch leed door de aanblik van zieke kittens & katten en predatie (bejaging) van inheemse fauna). Zwerfkatten kunnen een gevaar vormen voor de volksgezondheid door het verspreiden van zoönosen als toxocara (spoelworm), toxoplasmose[5] en schimmels. Toxocara is een intestinale parasiet die bij 21% van de zwerfkatten voorkomt. Onderzoek wijst uit dat 50% van de openbare zandbakken besmet is met toxocara[6]. De grootste oorzaak van toxoplasmose bij de mens is het eten van rauw vlees (1), ongewassen groenten (2), reizen in het buitenland (3) en pas daarna besmetting via katten (4)[7]. Katten kunnen besmet zijn met schimmelinfecties zonder dat dit zichtbaar is. Bij de mens ontstaan bij besmetting typerende ronde plekken – reden waarom deze schimmel ringworm wordt genoemd. Een schimmel kan worden overgebracht door intensief contact[8]. Het contact met een wilde of verwilderde zwerfkat zal in de regel te kort zijn om ringworm over te kunnen brengen.    

Zwerfkatten binnen een gecontroleerde kolonie (geneutraliseerd[9]en gevaccineerd) hebben dezelfde prevalentie graad van infecties (FeLV (kattenleukemie), FIV (katten-aids) en FIP (buikvliesontsteking)) als huiskatten[10]. FeLV, FIV en FIP tasten het immuunsysteem aan, waardoor de kat voor allerlei infecties en parasieten bevattelijk is. Deze ziekten zijn alleen besmettelijk voor katten onderling en niet overdraagbaar op mensen (dus geen zoönose). In theorie kan een zwerfkat ook rabiës (hondsdolheid) overbrengen – met name vanwege een gedeeld territorium met en/of jacht op rabiës-gevoelige wilde dieren, zoals de vleermuis en vossen. De laatste decennia zijn in Nederland geen meldingen van hondsdolheid geweest door overdracht van rabiës door de kat. Toch wordt de kans op rabiës bij het afgeven van een jachtvergunning om te mogen jagen op zwerfkatten nogal eens gebruikt als argument.


Trap-Neuter-Return/Relocate-Care (TNRC)-methode

Het terugdringen van de aantallen zwerfkatten door de Trap Neuter Return/Relocate Care (TNRC)-methode, zorgt voor een humane vermindering van het zwerfkattenleed. Oorspronkelijk werd de methode TNR genoemd, maar juist door het op structurele wijze monitoren (Care) van de zwerfkatten werkt de TNR-methode – daarom door velen TNRC genoemd.

De TNRC-methode staat voor:

1.     Trap: het vangen van de zwerfkatten met kastvallen die in de volksmond vangkooien worden genoemd.

2.     Neuter: het neutraliseren oftewel castreren van de zwerfkatten. Veterinair houdt castreren het weghalen van de testikels bij de kater en de eileiders bij de poes in. In de volksmond wordt de term castreren alleen gebruikt bij katers en de term steriliseren bij poezen. Echter, steriliseren houdt veterinair in dat de katten onvruchtbaar worden gemaakt met behoud van de hormoonproductie en dus de secundaire verschijnselen van het vruchtbaar zijn zoals het krols worden, sproeigedrag, nachtelijke concerten ed. Vanwege deze verwarring is de term neutraliseren – letterlijk vertaald uit het Engelse ‘to neuter’ oftewel het onzijdig maken geïntroduceerd.

3.     Return of Relocate: het terugplaatsen op de plek waar de zwerfkatten gevangen zijn of het herplaatsen van de zwerfkatten als terugkeer naar de vangplek niet mogelijk is. Terugkeer naar de vangplek is bijvoorbeeld niet mogelijk als de vanglocatie een herbestemming krijgt waar geen zwerfkatten kunnen leven. Een andere belangrijke reden voor herplaatsen is een predatiedruk op de weide- en akkervogels of andere bedreigde diersoorten zoals de Noordse Woelmuis op Texel.

4.     Care: het structureel monitoren van de zwerfkatten, opdat nieuwe katten zo spoedig mogelijk worden weggevangen en geneutraliseerd worden en zieke of gewonde zwerfkatten de benodigde veterinaire zorg krijgen.

Overbevolking van zwerfkatten is eenvoudig te voorkomen door neutralisatie, waardoor overlast door secundair seksueel gedrag (vechten, territoriaal gedrag zoals het uitzetten van geurvlaggen van urine (markeren) en krabben), vermindert. Een geneutraliseerde kattenpopulatie leeft in evenwicht in een bepaald gebied en houdt zo andere katten buiten het leefgebied. Het wegvangen van katten uit zo’n populatie door doden, vergiftigen, verdrinken of door het in een andere leefomgeving plaatsen (zoals een asiel of beschermd kattengebied) heeft amper invloed op de grootte van de populatie. De weggevangen kat wordt vervangen door een andere kat die toetreedt tot de zwerfkattengroep of door een kitten wat nu wel genoeg voedsel krijgt om volwassen te worden. Dit verschijnsel wordt het vacuümeffect genoemd en is voor het eerst beschreven door Roger Tabor in zijn in 1983 uitgebrachte boek ‘The Wild Life of the Domestic Cat’. Tabor[11] voerde voor het eerst het argument aan, dat het weghalen van katten uit een kattenkolonie op de langere termijn geen enkele zin heeft, omdat de leeggevallen plek wordt ingevuld door een nieuwe kat. Voorwaarde voor het vacuümeffect is uiteraard het beschikbaar zijn van een nieuwe kat die tot de kolonie kan toetreden. In een afgesloten stadstuin zal de plek van een weggevangen zwerfkat niet ingevuld worden door een nieuwe zwerfkat. Al sinds 1950 werd TNR uitgevoerd in Engeland [12]. Pas in 1960 slaagde Celia Hammond erin om publiciteit te geven aan TNR. In 1980 toonde Hammond met gedetailleerde registratie van geneutraliseerde kolonies katten in de praktijk aan dat TNR goedkoper, efficiënter, humaner en geaccepteerder door het publiek was dan euthanasie. In Londen werd in 2004 door de Universities Federation for Animal Welfare (UFAW) een conferentie gehouden, die baanbrekend is geweest in het humaan beschouwen van de wilde en verwilderde zwerfkat[13]. Sinds dit congres zijn vele publicaties rondom verschillende aspecten van TNR verschenen.

 

TNRC-projecten

Alvorens een zwerfkattenorganisatie met TNRC-projecten begint, dient helder te zijn waar de focus op ligt en bestuursleden van de organisatie dienen op één lijn te zitten qua beleid. Ligt de focus op het maximaal mogelijke te doen op grote schaal qua neutralisaties in het TNRC-project of ligt de focus op een maximaal welzijn per individuele zwerfkat? Wordt gepoogd op korte termijn zwerfkattenpopulaties en hun overlast te verminderen door meer aandacht aan resocialiseren en herplaatsen te besteden en zo zwerfkatten van straat te halen of ligt het hoofddoel bij het neutraliseren van zoveel mogelijk zwerfkatten? Wordt prioriteit gegeven aan het in kaart brengen van besmettelijke ziektes in bepaalde populaties en woongebieden (met een mogelijke link naar ziektes bij huiskatten) en ligt de focus op het gezond krijgen en houden van zwerfkattenkolonies door zieke dieren te euthanaseren?

Keuzes in al deze aspecten bepalen waar de beschikbare tijd en het beschikbare geld het meest naartoe gaat. Immers, tijd en geld zullen altijd de limiterende factoren zijn in elk TNRC-project.

 

Vele nationale [14] en internationale[15]  dierenwelzijnsorganisaties en overheidsinstanties, zijn overtuigd van de enige manier om zwerfkattenpopulaties structureel en humaan te verkleinen – en daarmee het zwerfkattenleed –: door TNRC.

 


[1] Radstake C.J. (2014) Emigratie van buitenlandse (zwerf)honden & - (zwerf)katten naar Nederland: de cijfers 2014, Stray-AFP, oktober 2015

[2] Neijenhuis en van Niekerk (2015) Als de kat van huis is …Zwerfkatten in Nederland: een inventarisatie, Wageningen Universiteit Researchcenter, Wetenschapswinkelrapport 316

[3] Levy, J.K., J.E. Woods, S.L. Turick & D.L. Etheridge. (2003) Number of unowned free-roaming cats in a college community in the southern United States and characteristics of community residents who feed them.

[4] Neijenhuis F. & Niekerk van, T. (2015) Als de kat van huis is … Zwerfkatten in Nederland: een inventarisatie.

[5] Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, www.rivm.nl, geraadpleegd maart 2016

[6] Jansen, J., F. van Knapen, M. Schreurs & T. van Wijngaarden. (1993) Toxocara ova in parks and sand-boxes in the city of Utrecht.

[7] Levy, J.K., & P.C. Crawford. (2004) Humane strategies for controlling feral cat populations.

[8] http://www.licg.nl/2xy/praktisch/gezondheid-mens-en-dier/zoonosen/zoonosen.html

[9] In dit artikel gebruiken we de term neutralisatie voor het veterinair castreren van honden en katten.

[10] Luria e.a. (2004) Prevalence of infectious diseases in feral cats in Northern Florida.

[11] Tabor, R. (1983) The Wild Life of the Domestic Cat

[12] Remfrey, J. (2001) Ruth Plant: a Pioneer in Animal Welfare

[13] Berkely, E.P. (2004) TNR Past, Present and Future

[14] De Dierenbescherming, NFDO en vele NGO’s

[15] Alley Cat Allies, ASPCA (the American Society fort he prevention of cruelty to animals), the Humane Society of the United States, Humane Society International, IFAW (International Fund for Animal Welfare), RSPCA (Royal Society for the Protection of Cruelty to Animals), Alliance for Rabiës Control, WSAVA (World Small Animal Veterinary Association), WAP (World Animal Protection, former WSPA) and Best Friends – Save them All.